“Onze leraren zijn uit een ander hout gesneden”

Het Centrum Leren en Werken van Redingenhof Leuven vervelt sinds september naar een totaal nieuwe structuur. “Duaal leren vervangt geleidelijk het traditionele deeltijds onderwijs”, zegt coördinator Ilse Gijselings. “We doen dat met gemengde gevoelens, al geloof ik heel sterk in duaal leren zoals we het nu organiseren.”

Wat is het verschil tussen deeltijds onderwijs en duaal leren?

Deeltijds onderwijs heeft een wat ruimer bereik dan duaal leren. Het richt zich op de meest kwetsbare leerlingen vanaf 15-16 jaar. Veel van hen hebben een complexe problematiek waardoor ze niet altijd mee kunnen in een traditioneel schools traject. Het gaat vaak om jongeren die schoolmoe zijn, kampen met een psychische of sociale problematiek of leven in een moeilijke thuissituatie. Een combinatie van leren en werken is dan soms zinvol. We zijn heel flexibel in hoe we daar op kunnen inspelen.

Geleidelijk zet de overheid dat deeltijds onderwijs om in opleidingen duaal leren, de combinatie van leren op school en betaald leren en werken op de werkplek. We bieden een ruime waaier aan: medewerker groen- en tuinbeheer, fietsmecanicien, logistiek medewerker in zorginstellingen, polyvalent administratief ondersteuner, onthaalmedewerker, etc. Het is een succesvolle wisselwerking: attitudes uit de schoolse vorming gaan mee naar de werkplek en competenties van op de werkplek – met een infrastructuur en veel modernere technieken – versterken de praktijklessen.

Vanwaar dan de gemengde gevoelens?

Duaal leren is een volwaardig alternatief voor voltijds onderwijs. Het is afgestemd op een publiek van jongeren die arbeidsrijp en -bereid zijn. Voor die jongeren werkt het uitstekend, maar doordat het deeltijds onderwijs verdwijnt, vrees ik dat een groep zal achterblijven. Sommige jongeren zijn niet klaar voor duaal leren. We hadden meer mogelijkheden om hen geleidelijk aan voor te bereiden op verschillende trajecten. Nu vloeit die groep terug naar het voltijds onderwijs, waar men niet de middelen en de omkadering heeft om de zorg en begeleiding aan te bieden die wij hier hebben. De ongekwalificeerde uitstroom zou daardoor weer kunnen toenemen.

Screening

Hoe komen leerlingen in een opleiding duaal leren terecht?

Het gaat om leerlingen die om de een of andere reden niet aarden in het voltijdse onderwijs en die willen werken. Veel van onze leerlingen komen op basis van mond-aan-mondreclame. Ze kennen al iemand die hier op school zit. Daarnaast leidt het CLB leerlingen soms gericht naar duaal leren. De meest gemotiveerde leerlingen doen al aan weekendwerk of hebben een studentenjob. Zij willen hun werk een meer prominente plaats geven, maar tegelijk ook een diploma halen.

Zijn al die leerlingen in staat om werken en leren te combineren?

Zeker niet. Bij de start screenen we met het hele team 14 dagen de beginsituatie. Met gevalideerde tools checken we de arbeidsbereidheid en -attitude. De leerling- en trajectbegeleider voeren een intakegesprek. Dan krijgen leerlingen een aantal casussen voorgelegd. Je bent aan het werk en ’s morgens komt de bus niet opdagen. Wat doe je? Daarnaast observeren we ook nog een aantal fysieke groepsopdrachten. Nemen ze initiatief, hoe werken ze samen, vertonen ze leiderschap of net niet? Tot slot screenen we ook de beginsituatie voor een aantal vakken. Als een leerling als keukenmedewerker wil werken, toetst de praktijkleraar wat de leerling al kan en weet.

Ofwel wil je als leraar hier na 1 maand niet meer weg, ofwel blijf je niet.

Ilse Gijselings

Na 2 weken bepaalt de klassenraad het traject van de leerling. In het beste geval is de leerling klaar om te gaan werken. De trajectbegeleider zoekt dan een aangepaste werkplek. Door de jaren heen bouwden we een uitgebreid netwerk van werkgevers op. Een trajectbegeleider kan goed inschatten of een leerling zal matchen met een werkgever. Dat is belangrijk. Elk jaar merken we een grotere openheid bij werkgevers om een contract af te sluiten met leerlingen duaal leren.

Wat als een leerling nog niet klaar is om te gaan werken?

De meeste leerlingen hebben een aanloopfase nodig. Die kan verschillende vormen aannemen. Veel leerlingen beginnen met een groepsvorming die focust op de arbeidsattitudes. Die organiseren we samen met externe partners als Profo vzw of Arktos. Aanwezig zijn en op tijd komen, zijn bijvoorbeeld aspecten waar we ontzettend hard op hameren. Maar minstens even belangrijk is kunnen samenwerken, initiatief en leiderschap. Of kleine zaken, zoals je werkgever tijdig inlichten als je ziek bent. Kortom: alles wat je nodig hebt om als werknemer te kunnen functioneren.

Leerlingen die nog niet klaar zijn om te gaan werken krijgen een individuele aanloopfase in de vorm van een stage bij een werkgever.

Gelijk wanneer afstuderen

Hoe ziet de week van een leerling eruit bij duaal leren?

De leerlingen werken 23 uur op hun werkplek en zijn 15 uur op school, gespreid over 2 dagen. Dag 1 is gereserveerd voor algemene vorming. Binnen PAV werken we bv. aan basisgeletterdheid, rekenvaardigheden en natuurwetenschappen. Bij Frans en Nederlands zetten we vooral in op competenties.

Op dag 2 krijgen de leerlingen hun beroepstechnische opleiding. De trajectbegeleider en de praktijkleraar spreken met de werkgever af wat de leerling op school leert en wat aan opleiding en evaluatie gebeurt op de werkvloer. De mentor van de werkplaats neemt een groot stuk van de evaluatie voor zijn rekening en is ook lid van de klassenraad.

We werken met een modulair systeem waarin per module een set doelstellingen gebundeld is. Dankzij dat systeem kunnen leerlingen op gelijk welk moment afstuderen, zodra ze alle modules succesvol hebben afgerond. Sneller afstuderen dan bij voltijds onderwijs kan niet, maar wie voordien vertraging opliep, kan wel een deel van zijn verloren tijd inhalen door bepaalde modules versneld af te werken.

Dat betekent dat elke leerling een heel persoonlijk traject loopt op school. We hebben maximaal 10 leerlingen per klas, die soms in een lesuur allemaal aan een andere opdracht werken. De trajectbegeleider bekijkt samen met collega’s, de werkvloer en de leerlingen zelf op regelmatige basis waar de leerling staat. Onze leraren gaan ook op bezoek op de werkvloer in het kader van de evaluatie en om te kijken hoe alles loopt.

Elke dag een mini-klassenraad

Elke leerling een ander traject, wat betekent dat voor de job als leraar?

Onze leraren zijn uit een ander hout gesneden dan in een ‘gewone’ school. Ik zeg het ook altijd aan sollicitanten: ofwel wil je hier na 1 maand niet meer weg, ofwel blijf je niet. We stellen hoge eisen aan onze leraren, zowel vakinhoudelijk als didactisch.

Je moet heel flexibel zijn. Een klas ziet er op 1 september helemaal anders uit dan op 30 september. Doorheen het jaar stappen leerlingen over naar een volgende module of veranderen van werkgever. Lessen voorbereiden is dus individuele opdrachten uitwerken, op maat van onze leerlingen. En er is veel overleg nodig. Elke dag is hier wel een mini-klassenraad rond een nieuwe situatie.

Ook op emotioneel vlak is er verschil. Empathie is belangrijk. De problematiek van onze leerlingen is soms zwaar en daar moet je mee om kunnen. Ze zitten 8 uur per dag in de klas bij dezelfde leraren. Dat schept een vertrouwensband. Aan de andere kant moet je ook de ruggengraat hebben om de zware verhalen los te laten. Anders hou je het niet vol.

Welk kleiner aspect van jullie werking kunnen geïnteresseerde bezoekers meenemen uit jullie school?

Ik geloof al 30 jaar in de kracht van individuele leertrajecten. Het voordeel voor leerlingen is enorm als ze op hun eigen tempo en op hun eigen manier kunnen werken. Daarnaast is ook het modulair systeem een grote meerwaarde. Het helpt om meer individueel te werken. Daar kunnen scholen zeker inspiratie uit halen, al zit de regelgeving nog wat dwars voor veel opleidingen in het voltijdse onderwijs.

Dit interview kwam tot stand naar aanleiding van schoolreizen en is het werk van Piet Creten en Nikie Lapaire.